De meeste verlichtingsproducten worden ontwikkeld voor toepassingen waarin de mens centraal staat. Hiervoor worden de eenheden lumen en lux gebruikt.
Sinds 2004 worden assimilatielampen voor plantengroei gespecificeerd in micromol (µmol). Onderzoeken van universiteiten en proefstations tonen aan dat de groeisnelheid van planten vooral wordt bepaald door het aantal lichtdeeltjes tussen 400 en 700 nm dat zij absorberen. Dit groeilicht wordt aangeduid met de afkorting PAR en is de enige betrouwbare maat om aan te duiden hoe geschikt een lamp is voor fotosynthese. Daarom specificeert men voor alle ‘groeilampen’ PAR, uitgedrukt in micromol fotonen per seconde(µmol/s). Hoe hoger de PAR-waarde per Watt, des te efficiënter de lamp.
Sinds 2007 zijn de eerste LED lampen toegepast in de glastuinbouw. LED lampen hebben vele voordelen, zoals een hoge efficiëntie en beschikbaarheid in allerlei lichtkleuren. Welke kleuren zijn het beste voor welke toepassing? Op dit moment wordt hier veel onderzoek naar gedaan, omdat de lichtkleur, naast PAR licht ook invloed heeft op andere processen in de plant.
Om meer inzicht te krijgen in bovenstaande materie organiseert AgraVisi deze korte cursus.
Inhoud
- het assimilatieproces / hoe verwerkt een plant het licht
- wat is licht?
- diffuus licht
- verschil plantgevoeligheid / ooggevoeligheid
- verschil groeilicht / stuurlicht
- PAR-licht
- zin en onzin over LED
- voorbeelden van stuurlicht in de praktijk
Cursusduur: Eén dagdeel van 3 uur
Cursusleider: Sander Pot (lichtdeskundige van Plant Dynamics)